Het DSC-systeem registreert de temperatuurverschillen tussen het monster en de referentiematerialen, en plot vervolgens de resultaten als een thermische curve. De software verwerkt deze curves om belangrijke thermische gebeurtenissen te identificeren. Deze automatische gegevensverwerking maakt een snelle identificatie van faseovergangen en materiaaleigenschappen mogelijk, waardoor handmatige berekeningen overbodig worden en het risico op menselijke fouten wordt verminderd.